De Nederlandse Gemalenstichting

De Purmer Noord

De Purmer Noord Purmer


Adres
Purmerdijk E5
1481 AS Purmer

Eigenaar
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Stichtingsjaar
1877

Status
In bedrijf

Functie
Poldergemaal
Bemalinggebied
Purmer Noord

lozend op
Schermerboezem

Totaal capaciteit
130 m³/minuut
Ontwerper
W. Francken, opzichter waterschap

Monumentenstatus
Geen

 

OORSPRONKELIJKE INSTALLATIE


Motor
Stoom
Pomp
Centrifugaalpomp
 

HUIDIGE INSTALLATIE


Motor
Elektro
Elektro

Pomp
Vert. schroefpomp
Vert. schroefpomp

Capaciteit
65 m³/minuut
65 m³/minuut

Opvoerhoogte
4,1 meter
4,1 meter

 

Achtergrond
De Purmer is een droogmakerij gelegen tussen Purmerend, Edam en Monnickendam. Het octrooi voor de droogmaking werd op 10 juni 1617 door de Staten van Holland verleend. Het meer viel in 1622 droog. Naar aanleiding van de natte winter van 1870-1871 diende een serie ingelanden een verzoekschrift bij het polderbestuur in om tot bouw van een stoomgemaal over te gaan. Het bestuur stelde een beslissing uit. In de herfst van 1876 vroegen 37 ingelanden – ongeveer één derde van het totaal – na aanhoudende windstilte gecombineerd met regenval opnieuw om stoombemaling. Het bestuur liet de polderopzichter W. Francken daarop een plan opstellen. Ingenieur P. de Leeuw van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen controleerde dit plan. Hij adviseerde de bouw van een gemaal aan de noordzijde van de Purmer. Hier was de bodem het meest geschikt, veel zand en weinig klei. Op 28 maart 1877 besloten de hoofdingelanden inderdaad definitief tot de bouw van een stoomgemaal. De leverantie van de machines werd gegund aan de Machinebau Actiën Gesellschaft (MAG) te Hannover voor 59.500 gulden. Aannemer Blankevoort uit Monnickendam plaatste het gebouw, kosten 66.988 gulden. Het ophogen van het terrein en diverse kleinere bijkomende werken vergden nog eens 4.770 gulden.

Installatie
De installatie bestond uit vier Lancashire-ketels, ieder voorzien van twee stookbuizen en drie Galloway-buizen bij een verwarmingsoppervlak van 64 m2. De stoommachine met een vermogen van 150 pk, werkende met condensatie en verstelbare expansie, dreef twee centrifugaalpompen aan. De capaciteit was 150 m3 water per minuut. De geslaagde proefbemaling vond plaats op 7 augustus 1878. Naast het gemaal bleven drie molengangen met ieder drie molens in bedrijf.
In 1904 werd besloten tot het opruimen van de resterende molens, in combinatie met de aanschaffing van een nieuwe dubbele stoominstallatie voor het bestaande gemaal. In november 1907 werd de levering van deze installatie gegund aan Louis Smulders te Utrecht. Het ging om twee gelijke Tandem Compound stoommachines van 210 Indicateur PK met centrifugaalpomp. De opbrengst van iedere pomp bedroeg 125 m3 per minuut.
In 1955 werd een van de stoommachines vervangen door een Stork-Ricardo dieselmotor. In januari 1971 berichtte het Stoomwezen dat nog resterende stoomketel voor onderzoek ontmanteld moest worden. De hoge kosten hiervan in combinatie met kans op grote reparaties en stijgende kolenprijzen leidden tot het besluit op een elektromotor over te stappen. In 1972 werd het gemaal daarom ontstoomd en werd een nieuwe Brooks elektromotor geplaatst.
In 2012 werd het oude gemaal geheel gerenoveerd. Hierbij werd de installatie vervangen door twee Bosman GS schroefpompen met betonnen pomphuis, aangedreven door nieuwe elektromotoren.

Tekst mede ontleend aan bijdrage van dr. D. Aten

 
Kaart:

ZOEK IN DE DATABASE

Naam of plaats van het gemaal
 

UITGEBREID ZOEKEN

Provincie
Eigenaar / beheerder
Status
Monumentenstatus
Huidig opvoerwerktuig
Oorspronkelijk opvoerwerktuig
Huidige aandrijving
 
Oorspronkelijke aandrijving
Stichtingsjaar

Uitgebreid zoeken in de database