Het gemaal werd in 1879 gesticht als extra bemaling voor de een 1876 voltooide droogmaking in de Haskerhorner Veenpolder.
In 1866 werden plannen gemaakt om enkele veenplassen ten noorden van Oudehaske in de Haskerveenpolder droog te maken. Nadat de benodigde financien waren verzameld, werd in 1875 met de droogmaking aangevangen. Deze vond plaats met behulp van een stoomgemaal nabij Oudehaske, dat eveneens in 1875 werd gesticht. Diverse ingelanden maakten bezwaar tegen de plannen, omdat zij vreesden voor wateroverlast in hun veenderijen, omdat het water uit de droogakerij in de polder zelf geloosd werd en van daaruit met de drie bestaande molens naar de boezem afgevoerd moest worden. Nadat de droogmakerij gereed kwam bleek hun vrees gegrond. Het polderbestuur kon daardoor niet anders dan overgaan tot de bouw van een tweede stoomgemaal, dat geplaatst werd bij De Welle en dat het water van de droogmakerij direct loosde op de Friese Boezem.
In 1908 werd de 300 ha grote Haskerhornerpolder toegevoegd aan de polder en werd de veenpolder verdeeld in zeven kavels. Het stoomgemaal lag in kavel I en werd toen vervangen door een nieuw gemaal op dezelfde plaats, die de Haskerhornermolen overbodig maakte, zodat deze werd gesloopt.
In 1917 werden de Haskerveenpolder en de Haskerhornerpolder samengevoegd, waartoe een nieuw dwarskanaal gegraven werd tussen de Haskersloot en de Doltesloot. Na de samenvoeging werd een nieuw stoomgemaal gesticht in Stobbegat (Vegelinsoord), dat het nog geen 10 jaar oude gemaal én de molen aan de Geeuw en de Kramersmolen verving. De installatie werd daar hergebruikt en het gemaal De welle werd gesloopt.
Uitgebreid zoeken in de database