Het stoomgemaal Orthen werd in 1879 gesticgt door de gezamenlijke besturen van de polder Van der Eigen en de polder Empel en Meerwijk. Door de afsluiting van de Dieze in 1859 was er op deze rivier een redelijk gejkmatig peil ontstaan, waarvan genoemde polders echter niet profiteerden, omdat zij voor hun afwatering nog water aangewezen op de Maas. Omdat men het effect van de voorgenomen Maaskanalisatie niet vertrouwde, werd besloten de afwatering te verleggen naar de Dieze en hier een nieuw gemaal te stichten. Het gemaal werd uitgerust met een 180 pk sterke, van zes ketels voorziene stoommachine, die zes schepraderen aandreef.
In 1933 werden de buitenste twee schepraderen verwijderd en werden de openingen daarvan ingericht voor uitwatering onder vrij verval. Daarnaast werd nog een ander scheprad verwijderd en vervangen door een noodinstallatie, bestaande uit een pomp en een 150 pk sterke Thomassen dieselmotor. In 1944 raakte het gemaal bij de gevechten rondom de bevrijding zwaar beschadigd. De schepraderen en stoommachine gingen daarbij verloren en alleen de noodinstallatie kon worden hersteld.
In 1953 werd de waterhuishouding in het gebied herzien en werd de functie van het oude stoomgemaal overgenomen door het nieuw gestichte gemaal Ploegmakers bij Gewande. Het oude gemaal werd daarna gesloopt, op een deel van de uitstroomopeningen en de machinistenwoning na. De Thomassen-dieselmotor werd verplaatst naar het gemaal Caners, waar deze tot 1979 heeft gefunctioneerd en thans nog altijd museaal draait.
Uitgebreid zoeken in de database