Ver voor de bouw van het Vijzelgemaal voor de polder Gijbeland en Noordzijde Hofwegen bestond er al een poldermolen, de Veltmolen, vermoedelijk daterend uit de tweede helft van de 18e eeuw. Deze molen stond enige honderden meters ten noordwesten van het huidige gemaal. De Veltmolen verving weer een in de 15e eeuw gebouwde molen die direct aan de oever van de Graafstroom stond, wellicht op de plaats van het huidige gemaal. In 1913 werd in de molen een eencilinder liggende Deutz-dieselmotor geplaatst voor aandrijving van het scheprad, met een vermogen van 40 pk bij 230 toeren/min., waardoor er 42 m3 water per minuut uitgeslagen kon worden. In 1926 werd het bovendeel van de molen onttakeld, zodat het scheprad sindsdien uitsluitend door de motor werd aangedreven. Omstreeks 1948 werden het scheprad en de oliemotor vervangen door een elektrisch aangedreven centrifugaalpomp in een uitbouw aan de oostzijde van het molenrestant. Omstreeks 1980 werd dit gemaal buiten gebruik gesteld en kreeg het molenrestant een woonfunctie. In 1968 werd het huidige elektrische gemaal gebouwd: een prefab elektrisch vijzelgemaal met een capaciteit van 60 m3 per minuut, ontworpen en gebouwd door fa. Spaans uit hoofddorp/Balk. Het gemaal is voorzien van een krooshek met harkreiniger.