Adres
Krabbeweg 11
3231 NB Brielle
Eigenaar
Hoogheemraadschap van Delfland
Stichtingsjaar
1988
Status
In bedrijf
Functie
Poldergemaal
Bemalinggebied
Brielsemeer
lozend op
Oranjekanaal / Boezem van Delfland
Totaal capaciteit
240 m³/minuut
Ontwerper
Tauw, J.C. Schmidt
Monumentenstatus
Geen
OORSPRONKELIJKE INSTALLATIE
Motor
Elektro
Pomp
Schroefcentrifugaal beton slh.
HUIDIGE INSTALLATIEMotor
Elektro
Elektro
Pomp
Schroefcentrifugaal beton slh.
Schroefcentrifugaal beton slh.
Capaciteit
120 m³/minuut
120 m³/minuut
Opvoerhoogte
11 meter
11 meter
Stichting en historie
Gemaal Winsemius is genoemd naar de voormalige dijkgraaf mr. dr. J. Winsemius (1958-1975) van het Hoogheemraadschap van Delfland. De bouw duurde van medio 1986 tot april 1988. De uitgangspunten van de installatie werden grotendeels bepaald door de gewenste capaciteit van 4 m3 per seconde en de karakteristiek van de aansluitende, ruim vier kilometer lange persleiding met drie zinkerkruisingen. Het peil in het Brielse Meer varieert van NAP 0,00 m tot NAP -0,40 m. Het peil aan de ontvangzijde – gemaal Westland – is NAP -0,40 m. De opvoerhoogte wordt zodoende
volledig bepaald door de weerstand in het leidingsysteem en bedraagt bij de maximale capaciteit circa 11,0 m. Om het pompbedrijf zoveel mogelijk aan de aanvoerbehoefte te kunnen aanpassen werd gekozen voor twee identieke elektrisch aangedreven schroefcentrifugaalpompen die samen 4 m3 per seconde kunnen verpompen. Bij enkel pompbedrijf levert één pomp 3 m3 per seconde. Door
het toepassen van toerenregeling met behulp van frequentieomvormers is spreiding van de capaciteit mogelijk. Bijzondere aspecten bij het ontwerp waren de eisen wat betreft veiligheid, vuilwering en onderhoud van vooral de persleiding. De veiligheid betreft zowel het gemaal vanwege de geïsoleerde ligging in een recreatiegebied, als de veiligheid van de recreanten. Dit leidde tot een sober en vandaalbestendig gebouw, waarbinnen alle mechanische installaties en ook de vuilverwijdering en -opslag zijn ondergebracht, alsmede een zeer brede instroomconstructie om de instroomsnelheid
onder de veiligheidsgrens van 0,10 m per seconde te houden.
Voor het onderhoud van het watertransportsysteem is een aantal bijzondere voorzieningen getroffen. Vooral het voorkomen en bestrijden van aangroei van de (larven van) driehoeksmossel in de transportleiding was van belang. Hiervoor is een tweetal maatregelen genomen. Ten eerste werden in de instroming injectieframes aangebracht, waarmee een gedoseerde hoeveelheid chloorbleekloog in het systeem gebracht kan worden. Het hiermee behandelde water wordt na passage/verblijf in de persleiding via een speciale spuileiding geloosd in de voorhaven van gemaal Westland. Om eventuele mosselaangroei te kunnen vaststellen, is een zogenoemde mosseldetectiebak geïnstalleerd. Deze bak wordt gevoed met hetzelfde water dat via de pompinstallatie passeert. Daarnaast werd een systeem ingebouwd om het gehele leidingsysteem achter de pompen over de volle lengte mechanisch te reinigen en zodoende de eventuele afzettingen van slib, mosselen en algen te verwijderen. Dit systeem berust op het, met behulp van de pompdruk, door de leiding persen van een zogenoemde ‘pipepig’. Deze bestaat uit een raketvormige polyurethaan schuimprop met een stalen kern, met een diameter van iets meer dan 1,60 m (=inwendige diameter van de persleiding) en een lengte van 2,50 m. De pipepig is voorzien van ingebouwde zendapparatuur waardoor hij over het grootste gedeelte van het persleidingtraject gevolgd kan worden. Het inbrengen van de pipepig in het leidingsysteem gebeurt met behulp van een lanceerinstallatie. Hiervoor is aansluitend
aan de pompenkelder een aparte, van bovenaf toegankelijke en met verschuifbare luiken afgedekte kelderruimte gemaakt. Bij gemaal Westland is een speciale ontvangvoorziening voor de pipepig gemaakt.
Situatie
De tracékeuze van de persleiding was bepalend voor de locatie van het gemaal aan de oever van het Brielse Meer bij het Oosterlandse Rak aan de westzijde van Kleiburg/Bakenhoek, onderdeel van het recreatiegebied Brielse Maas.
