Stichting en installatie
Het poldergemaal De Drieban werd gesticht in 1966 naar ontwerp van Tauw en de daar werkzame architect H. Postel. Het is is uitgerust met twee schroefcentrifugaalpompen met betonnen slakkenhuizen, die oorspronkelijk via haakse Tacke tandwielkasten werden aangedreven door twee dieselmotoren van De Industrie, type 4D41, met een vermogen van 130 pk. Het gemaal had daarmee een capaciteit van 130 m3 per minuut per pomp. Omstreeks 2001 werd één van de motoren vervangen door een elektromotor. In 2010 werd een grote renovatie van het gemaal uitgevoerd, waarbij beide aandrijvingen vervangen werden door elektromotoren. Het gemaal heeft sinds de renovatie een capaciteit van 2x 165 m3 per minuut.   

Situering en ensemble
De Drieban bemaalt de gelijknamige polder en laat uit op het Ijsselmeer. Naast het gemaal ligt een in dezelfde architectuur opgetrokken dienstwoning. Het complex is landelijk gelegen aan de rand van het buurtschap Oostergouw bij Venhuizen. Even verderop aan de dijk ligt het voormalige gemaal Grootslag 2.

Gebouw
Het gebouw bestaat uit twee lagen met een plat dak opgetrokken vanaf een rechthoekige plattegrond. De functionele indeling omvat een kelder voor de pompen en een bovenbouw voor de machineruimte met aan de voorzijde een ingebouwde dienstruimte en toegangsportaal. Op de betonnen onderbouw zijn betonnen portalen geplaatst met kolommen in de kopgevels. Deze kopgevels zijn opgetrokken in metselwerk en hebben een tamelijk gesloten karakter. De lange gevels zijn daarentegen door de invulling met puien meer open. De later geplaatste voorgevelpui is tamelijk gesloten, waardoor de herkenbare doorkijk vanaf de dijk wordt verstoord.