De Nederlandse Gemalenstichting

H.D. Louwes

H.D. Louwes Zoutkamp


Adres
Beatrixstraat 13
9974 RW Zoutkamp

Eigenaar
Waterschap Noorderzijlvest
Stichtingsjaar
1973

Status
In bedrijf

Functie
Boezemgemaal
Bemalinggebied
Electraboezem

lozend op
Zoutkamperril / Lauwersmeer

Totaal capaciteit
1050 m³/minuut
Ontwerper
Tauw, architect H. Postel

Monumentenstatus
Geen

 

OORSPRONKELIJKE INSTALLATIE


Motor
Diesel
Pomp
Vijzel
 

HUIDIGE INSTALLATIE


Motor
Diesel
Diesel
Diesel

Pomp
Vijzel
Vijzel
Vijzel

Capaciteit
350 m³/minuut
350 m³/minuut
350 m³/minuut

Opvoerhoogte
1.3 meter
1,3 meter
1,3 meter

 

Het H.D. Louwesgemaal werd tussen 1970 en 1972 gebouwd in het Hunsingokanaal ten oosten van Zoutkamp in opdracht van het waterschap Electra. Het gemaal vormde een aanvulling van 1000 m3/min op de bestaande bemalingscapaciteit van 5000 m3/min van het gemaal Waterwolf bij Lammerburen op de bemaling van de Electraboezem. Het water wordt geloosd op het Hunsingokanaal en van daaruit via de Hunsingosluis op het Zoutkamperril en de Lauwersmeer.

Het gemaal werd op geruime afstand achter de zeedijk gebouwd, omdat de bouwkosten hier aanzienlijk lager waren vanwege de lagere eisen voor de kering van hoge waterstanden. Het gemaal werd daarbij gecombineerd met een kleine keersluis die op aangeven van de Dienst Lauwerszeewerken van Rijkswaterstaat sowieso al moest worden gebouwd. De gecombineerde bouw van gemaal met keersluis betekende dat het waterschap niet nog een extra keersluis voor de vrije doorvaart en lozing hoefde te realiseren. Rijkswaterstaat droeg bij in de totale kosten voor het gecombineerde kunstwerk. Het gemaal werd genoemd naar Herman Derk Louwes (1893-1960) uit Vierhuizen; een zeer geëngageerd agrariër en liberaal politicus, die vanaf 1933 tot aan zijn dood lid was van de Tweede en later Eerste Kamer en zich in de jaren ‘50 inzette voor de afdamming van de Lauwerszee uit het oogpunt van veiligheid en waterbeheersing.

Het plan voor het gemaal en de sluis werd opgesteld door het Technisch Bureau van de Unie van Waterschapsbonden NV en haar vaste architect Dick Postel. Het eerste plan ging uit van een gemaal met twee horizontale schroefpompen, maar dit werd in het definitieve plan uit 1969 uit kostenoverwegingen vervangen door een alternatief, dat uitging van drie vijzels van fabrikant Spaans. Als aandrijving werd vanwege verminderde kwetsbaarheid bij stroomuitval gekozen voor dieselmotoren. Hoewel de motoren van Brons niet als goedkoopste uit de bus kwamen, werd toch voor deze fabrikant gekozen vanwege de hoge kwaliteit van de motoren, de goede onderhoudsmogelijkheden en lange levensduur, al zal een zekere voorkeur van het waterschap voor deze fabrikant uit de regio ook zeker hebben meegespeeld. De 3GB dieselmotoren van Brons hadden een vermogen van 165 PK bij 320 omwentelingen per minuut. De motoren werden evenwijdig aan de vijzelas geplaatst, om de breedte van het gebouw te beperken. De overbrenging naar de vijzelassen werd bereikt door twee haakse tandwielkasten van Flender. Voor de brandstofvoorziening werden twee grondtanks van 30.000 liter per stuk naast het gebouw voorzien. Ten behoeve van de koeling werden zogenoemde beunkoelers geplaatst in de uitstroomgoten, die bereikbaar waren vanuit de machinekamer. Als noodstroomvoorziening werd een dieselgenerator van SAMOFA (SAmenwerkende MOtoren FAbriek) geplaatst. Voor de instroom wed een automatisch werkende krooshekreinigingsinstallatie geplaatst. Ten zuiden van het gemaal werd verder een schotbalkenloods opgetrokken.

Het gebouw werd sober vormgegeven in een voor de betreffende periode voor Postel en het Technisch Bureau kenmerkende progressieve stijl, die voortkomt uit de wederopbouwarchitectuur. Het gebouw is opgebouwd als een rechthoekig volume dat haaks op de doorstroomgoten staat. De fundering en casco zijn opgetrokken in beton; de gemetselde gevels vormen twee massieve hoeken waartussen de langsgevels in aluminium puien met glas zijn uitgevoerd. De constructie van het gemaalgebouw bestaat uit een betonskelet, met daarop een dak van houtwolbetonplaten met een mastiekbekleding. De aluminium pui aan de instroomzijde is vormgegeven als een schuin voorover hellende etalage die van boven zicht biedt op de vijzels. De pui met uitzicht op de uitstroomzijde bestaat uit een vaste aluminium harmonicagevel die om de betonstructuur heen golft. Boven beide puien bevindt zich een fries in geprofileerd staalplaat. De hoog geplaatste entree aan de kopgevel wordt geaccentueerd door een extern geplaatste betontrap. Aan de andere kopgevel is de bedieningskamer van het gemaal en de sluis als een zwevend transparant overgangselement geplaatst tussen het gemaal en het betonnen hefportaal van de sluis. In het interieur werden de technische ruimten, opslag en dienstvertrekken ondergebracht in de gesloten uiteinden van het gebouw, waardoor het middelste deel met de machineruimte geheel transparant gelaten kon worden. Dit deel bestaat uit een grote, hoge ruimte met een galerij.

Het gemaal heeft in de jaren sinds de oplevering bouwkundig geen grote wijzigingen ondergaan en ook de technische installaties zijn nog grotendeels oorspronkelijk. Thans wordt het gemaal nog slechts af en toe ingezet. Doordat nabij de Hunsingosluis een nieuw gemaal gesticht wordt zal het gemaal H.D. Louwes op termijn zijn functie verliezen. 



 

 
Kaart:

ZOEK IN DE DATABASE

Naam of plaats van het gemaal
 

UITGEBREID ZOEKEN

Provincie
Eigenaar / beheerder
Status
Monumentenstatus
Huidig opvoerwerktuig
Oorspronkelijk opvoerwerktuig
Huidige aandrijving
 
Oorspronkelijke aandrijving
Stichtingsjaar

Uitgebreid zoeken in de database